Wie zijn de recent rustgepensioneerden?

Beschrijving van onze onderzoekspopulatie

De ‘Gender & Pensioen’-kerncijfers hebben betrekking op de populatie van recent rustgepensioneerden in 2021. Dit zijn mensen die in 2021 voor het eerst een rustpensioen ontvingen in alle stelsels waar ze rechten opbouwden en die dit niet combineerden met afgeleid pensioenrecht (zoals bijvoorbeeld een overlevings- of echtscheidingspensioen). Zij kunnen dit rustpensioen wel combineren met een aanvullend pensioen. De geselecteerde populatie en gebruikte data worden verder beschreven in de methodologie. 

Onderstaande grafieken geven het profiel weer van de populatie recent rustgepensioneerden. We kijken naar het stelsel, de leeftijd, de burgerlijke staat en het type pensioen van de recent gepensioneerden. In het laatste deel vergelijken we onze populatie van recent rustgepensioneerden met de ganse populatie van gepensioneerden. 

Recent rustgepensioneerden

In 2021 ontvingen 113.121 mensen voor het eerst hun rustpensioen zonder dat ze dit combineerden met een overlevingspensioen en/of echtscheidingspensioen. Dat is 5% van alle gepensioneerden die in 2021 een wettelijk pensioen ontvingen. 

De populatie recent rustgepensioneerden bestaat voor 57% uit mannen en voor 43% uit vrouwen.

 

 

De kerncijfers ‘Gender & Pensioen’ gaan voorlopig over een beperkte groep gepensioneerden. De recent rustgepensioneerden in 2021 maken 5% uit van de totale groep gepensioneerden in 2021. De keuze hiervoor is gemaakt omwille van praktische en beleidsrelevante redenen.

1.    Door enkel te kijken naar de recent gepensioneerden is het mogelijk om sneller evoluties op te pikken die ons meer inzicht geven in de komende cohortes mannen en vrouwen die op pensioen gaan. Jaar na jaar gaan we het beeld aanvullen voor de nieuwe cohorte recent rustgepensioneerden. Focussen op de totale groep van gepensioneerden zou deze evoluties ‘verloren’ laten gaan in de massa.
2.    Door enkel te kijken naar de rustgepensioneerden en de personen met afgeleide rechten (overlevingspensioen, echtscheidingspensioen) uit te sluiten is het mogelijk om de link te maken met de eigen loopbaankenmerken en op zoek te gaan naar verklarende factoren buiten het pensioendomein.
3.    Het beperken van de scope van de kerncijfers was noodzakelijk om binnen een redelijke termijn een kwalitatief product af te leveren.

Op termijn is het natuurlijk onze ambitie om ook kerncijfers toe te voegen over de volledige populatie gepensioneerden, alsook alle types pensioenrechten (zowel eigen als afgeleide rechten (overlevingspensioen, echtscheidingspensioen).

 

Recent rustgepensioneerden naar achtergrondkenmerken

In de ‘Gender & Pensioen’-kerncijfers splitsen we de pensioenkloof verder op naar enkele relevante achtergrondkenmerken. Hier schetsen we het profiel van de recent rustgepensioneerden op basis van deze verschillende achtergrondkenmerken. 

57% van alle recent rustgepensioneerden heeft enkel pensioenrechten opgebouwd als werknemer. Bij vrouwen is dit 63% en bij mannen 53%. We zien ook dat de combinaties 'rustpensioen als werknemer én als zelfstandige’ en ‘rustpensioen als werknemer én als ambtenaar’ vaker voorkomen dan gepensioneerden met alleen een rustpensioen als ambtenaar (5%) of als zelfstandige (3%).

Anders gesteld: 92% van de recent rustgepensioneerden ontvangt een pensioen als werknemer, al dan niet in combinatie met een rustpensioen opgebouwd in een ander stelsel.  

 

 

We zien dat de recent rustgepensioneerde mannen/vrouwen vooral gehuwd zijn (70%/74%). 25% van deze populatie is ongehuwd of gescheiden: met iets meer gescheiden (14%) dan ongehuwde personen (11%). Slechts 2% is weduwe/weduwnaar. Dit lage aandeel valt te verklaren doordat bij definitie van de onderzoekspopulatie de recent gepensioneerden met een overlevingspensioen werden uitgesloten. Deze 2% bevat dus enkel gepensioneerden die hun eigen rustpensioen ontvangen zonder een eventueel overlevingspensioen uit hoofde van hun overleden huwelijkspartner. 
 

 

Voor de recent rustgepensioneerden komt de leeftijd in 2021 overeen met de leeftijd waarop het pensioen werd opgenomen. Iets meer dan de helft van de recent rustgepensioneerden (52%) was in 2021 65 jaar en ging dus op de wettelijke pensioenleeftijd (65 jaar) op pensioen. Ongeveer 6% was eind 2021 ouder dan 65 jaar en 42% was jonger dan 65 jaar. We zien dat de recent gepensioneerden vrouwen later hun pensioen opnemen: 60% was 65 jaar of ouder, terwijl dit bij de mannen slechts 56% is.
 

 

Natuurlijk heeft iedereen in onze onderzoekspopulatie enkel een rustpensioen. Dit volgt uit de definitie van onze onderzoekspopulatie waarin recent rustgepensioneerden met een afgeleid recht (zoals bijvoorbeeld een overlevings- of echtscheidingspensioen) worden uitgesloten. In de volledige populatie van gepensioneerden is dit beeld natuurlijk volledig anders – zeker voor vrouwen: slechts 52% van de vrouwen heeft in de volledige populatie enkel een rustpensioen; bij de mannen is dit toch nog 95%.
 

 

Alle gepensioneerden

Vergelijken we de populatie recent rustgepensioneerden met de volledige populatie gepensioneerden (dus: alle personen die in 2021 een wettelijk pensioen ontvingen), dan vinden we een aantal verschillen.  

In 2021 ontvingen ongeveer 2,5 miljoen personen een wettelijk pensioen (ongeacht de startdatum van de uitkering en ongeacht of het gaat om eigen rechten en/of afgeleide rechten). In de volledige populatie zijn er meer vrouwen dan mannen, 51% t.o.v. 49%. Bij de recent rustgepensioneerden stellen we het omgekeerde vast: 43% vrouwen t.o.v. 57% mannen. 

 

 

Alle gepensioneerden naar achtergrondkenmerken

Voor de volledige populatie gepensioneerden betekent kijken naar het pensioenstelsel zowel kijken naar het pensioenstelsel waarin de eigen rechten zijn opgebouwd als kijken naar het pensioenstelsel waarin de afgeleide rechten zijn opgebouwd. Voor de recent rustgepensioneerden, daarentegen, is er een één op één relatie tussen het pensioenstelsel waarin het pensioen werd opgebouwd en de eigen tewerkstelling die eraan vooraf ging. Dit maakt het vergelijken van de twee populaties op dit achtergrondkenmerk minder relevant.

In de volledige populatie gepensioneerden heeft de grootste groep (54%) enkel een pensioen in het werknemersstelsel. 85% ontvangt een pensioen van het werknemersstelsel, al dan niet in combinatie met een pensioen uit een ander stelsel.
 

 

In de volledige populatie is 53% gehuwd, 27% is weduwe/weduwnaar en 20% gescheiden of ongehuwd. De globale cijfers maskeren wel belangrijke verschillen tussen mannen en vrouwen. 

Van alle gepensioneerde vrouwen is de meerderheid weduwe (43%), gevolgd door gehuwd (37%) en dan gescheiden (15%). Bij de mannen is 69% gehuwd, 11% weduwnaar en 13% gescheiden. 

Vergeleken met de populatie recent rustgepensioneerden valt op dat het aandeel weduwe/weduwnaars veel groter is in de volledige populatie. Dit komt natuurlijk (grotendeels) door het uitsluiten van personen met een overlevingspensioen in de onderzoekspopulatie recent rustgepensioneerden. 

 

 

Onderstaande grafiek geeft de leeftijdsverdeling van iedereen die in 2021 een pensioen heeft ontvangen. Meer dan 70% van alle gepensioneerden is ouder dan 67 jaar. Dit verschilt natuurlijk sterk van de leeftijdsverdeling bij de recent rustgepensioneerden waar de overgrote meerderheid tussen de 60 en 65 jaar oud is. Voor de recent rustgepensioneerden komt de leeftijd in 2021 immers overeen met de leeftijd waarop het pensioen werd opgenomen. 
 

 

Vooral voor vrouwen verschilt het beeld naar pensioentype sterk tussen de populatie recent rustgepensioneerden en de volledige populatie gepensioneerden. Slechts 52% van de vrouwen in de volledige populatie heeft enkel een rustpensioen. 34% combineert een rustpensioen met een afgeleid pensioen zoals een overlevingspensioen of een echtscheidingspensioen. 14% van de vrouwen ontvangt zelfs enkel een afgeleid pensioen.

De situatie van vrouwen is dus veel gevarieerder dan de situatie van mannen; 95% van de mannen ontvangt enkel een (eigen) rustpensioen zonder combinatie met een afgeleid recht. 

 

 

Methodologie

Downloads

2021
XLSX