Situatie op 01 januari 2024 zoals bekend in db2p op 03 oktober 2024

Aantal aangeslotenen

Hoeveel mensen bouw(d)en aan een extra pensioen?

Meer dan 4 miljoen mensen krijgen aanvullend pensioen bij pensionering

Op 1 januari 2024 waren 4.423.006 werknemers en zelfstandigen aangesloten bij een aanvullend pensioenplan via hun huidige job of via een eerdere job. Het gaat dus zowel om mensen die nog actief aanvullend pensioen opbouwen als om mensen die tijdens een vorige job iets hebben opgebouwd. Zij krijgen dit extra pensioen uitbetaald als ze op pensioen gaan.

Van de mensen die een aanvullend pensioen voor later opbouw(d)en is 57% man en 43% vrouw. Als we kijken naar hun leeftijd dan zien we dat 55% van de aangeslotenen jonger is dan 45 jaar oud. Vanaf de leeftijdscategorie 56 tot 65 jaar daalt het aantal aangeslotenen (20% is tussen 56 en 65 jaar oud, minder dan 1% is ouder dan 65). In elke categorie tellen we meer mannen dan vrouwen.

Ruim helft van aangeslotenen heeft ‘slapende’ pensioenrechten

3.254.180 aangeslotenen bouwen nog nieuwe aanvullende pensioenrechten op via hun huidige job. 74% van alle werknemers en zelfstandigen met aanvullende pensioenrechten is dus ‘actief’ aangesloten bij een pensioenplan.

  • 1.382.551 van deze ‘actieve’ aangeslotenen combineert die ‘actieve’ rechten met oude rechten opgebouwd tijdens een (of meer) eerdere job(s). Zij zijn dus ook ‘passief’ aangesloten bij hun oude pensioenplan en bouwen hier geen nieuwe rechten meer op.
  • 1,87 miljoen is daarentegen enkel ‘actief’ aangesloten, zonder ‘passieve’ aansluitingen uit het verleden.

1.168.826 aangeslotenen zijn ‘passief’ aangesloten bij een of meerdere oude pensioenplannen en bouwen geen nieuwe rechten meer op.

Ruim de helft (58 %) van alle aangeslotenen heeft zijn aanvullende pensioenrechten dus (deels) opgebouwd tijdens een eerdere job. Zij hebben ‘slapende’ pensioenrechten. Het gaat om 2.551.377 aangeslotenen, zo blijkt uit onze cijfers voor 2024.

Slapende rechten komen, relatief gesproken, meer voor bij mannen dan bij vrouwen. 60% van de mannelijke aangeslotenen heeft tenminste één passieve aansluiting uit het verleden, terwijl dat bij de vrouwelijke aangeslotenen 54% is.

92% van alle aangeslotenen woont in België

92% van alle aangeslotenen bij een aanvullend pensioen woont in België. 374.466 aangeslotenen zijn niet in België gedomicilieerd en voor ongeveer 2% is er geen adres gekend.

We zien duidelijk dat het aandeel ‘passief aangeslotenen’ gevoelig hoger ligt voor die aangeslotenen die niet (meer) in België wonen.

Steeds meer jongeren hebben toegang tot een aanvullend pensioen

Het aantal mensen die een aanvullend pensioen uitbetaald zullen krijgen bij pensionering is de laatste zes jaar telkens toegenomen. Op 1 januari 2024 waren er 131.579 meer aangeslotenen met een aanvullend pensioen dan het jaar voordien. In de leeftijdscategorie van 16 tot 25 jaar is de procentuele toename over de laatste zes jaar het grootst. In vergelijking met 1 januari 2018 zijn er nu 54% meer aangeslotenen in deze leeftijdscategorie.

De grafiek kan worden gefilterd worden op basis van de status van de aangeslotene. In 2024 zijn er 76.279 extra aangeslotenen die nog nieuwe aanvullende pensioenrechten opbouwen via hun huidige job. De grafiek kan telkens ook worden opgesplitst volgens gender. Zo kunnen we zien dat er 3,65% meer vrouwen en 2,63% meer mannen zijn aangesloten dit jaar t.o.v. vorig jaar.

Definities

Sommige mensen bouwen een aanvullend pensioen op terwijl ze werken. Werknemers kunnen een aanvullend pensioen opbouwen als hun werkgever of bedrijfssector een aanvullende pensioenplan aanbiedt of ze kunnen er ook zelf een opbouwen via een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Zelfstandigen kunnen een aanvullend pensioen voor zichzelf voorzien door een overeenkomst af te sluiten bij een pensioeninstelling. Bij pensionering wordt het aanvullend pensioen (of tweedepijlerpensioen) uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen (eerstepijlerpensioen).

Het pensioensparen (derdepijlerpensioen), dat mensen individueel – los van hun beroep – op eigen initiatief kunnen doen bij een bank of verzekeraar, wordt hier niet beschouwd als ‘aanvullend pensioen’.


  • Werknemer of zelfstandige die is aangesloten bij een aanvullend pensioenplan en aanvullende pensioenrechten opbouwt of heeft opgebouwd.
  • In onze cijfers is een aangeslotene: elke persoon waarvoor er op 1 januari van het betrokken jaar een rekeningstand met pensioenreserves is geregistreerd in db2p door de pensioeninstelling.

Iemand is ‘actief aangesloten’ als hij/zij enkel één of meerdere actieve aansluiting(en) heeft bij een aanvullend pensioen.


Iemand is ‘passief aangesloten’ als hij/zij enkel één of meerdere inactieve aansluiting(en) heeft bij een aanvullend pensioen.


Iemand is ‘zowel actief als passief aangesloten’ als hij/zij zowel tenminste één actieve als één inactieve aansluiting heeft bij een aanvullend pensioen.


Een aansluiting is ‘actief’ als de aangeslotene in zijn huidige job bijkomende pensioenrechten opbouwt bij het aanvullend pensioenplan. Bijvoorbeeld als de werknemer nog in dienst is bij de inrichter (werkgever of sector) of als de zelfstandige nog bedrijfsleider is van de inrichter (vennootschap) of als de aangeslotene nog bijdragen stort in het VAPZ, VAPW of VAPZNP.


Een aansluiting is ‘inactief’ als de aangeslotene in het verleden wel aanvullend pensioen opbouwde, maar op dit moment geen bijkomende pensioenrechten meer kan opbouwen in het aanvullend pensioenplan. Bijvoorbeeld als de werknemer niet meer in dienst is bij de inrichter (werkgever of sector) of als de zelfstandige geen bedrijfsleider meer is van de inrichter (vennootschap) of als de aangeslotene afgelopen jaar geen bijdragen meer stortte in het VAPZ, VAPW of VAPZNP. De al opgebouwde pensioenreserves worden dan achtergelaten in het pensioenplan van de eerdere (oude) werkgever, sector of vennootschap, …


Pensioeninstellingen geven jaarlijks de stand van de rekening van de aangeslotene door aan db2p. Het gaat telkens om de situatie van de individuele pensioenrechten op 1 januari van het betrokken jaar (of dus het evaluatiejaar).


Leeftijd wordt berekend als 'evaluatiejaar minus geboortejaar', het betreft dus de leeftijd die bereikt wordt in het evaluatiejaar.

Methodologie

Downloads

DEFINITIES
METHODOLOGIE