Nieuws

Elk jaar analyseren we de situatie van de reserves en opgebouwde rechten die pensioenfondsen en verzekeraars aan db2p bezorgen over hun aangeslotenen. 
De gedetailleerde cijfers voor 2025 vindt u op PensionStat.be.

4,5 miljoen mensen krijgen aanvullend pensioen bij pensionering

Op 1 januari 2025 waren 4.518.622 miljoen werknemers en zelfstandigen aangesloten bij een aanvullend pensioenplan via hun huidige of een vroegere job. Dat is 2,6% meer dan in 2024. 3.272.977 mensen bouwen vandaag actief nieuwe aanvullende pensioenrechten op via hun huidige job. De gemiddelde opgebouwde reserve bedraagt €30.173 voor mannen en €18.171 voor vrouwen, een verschil van 40%.

In totaal heeft 78% van de Belgische beroepsbevolking al een aanvullend pensioen opgebouwd voor later. Bij de werknemers bouwt 80% vandaag actief pensioenrechten op, bij de zelfstandigen is dat slechts 57%.

Aanvullende pensioenen in België: een overzicht

eer dan 113 miljard aan verworven reserves

In 2025 hadden alle aangeslotenen bij een aanvullend pensioenplan in België samen meer dan 113 miljard euro aan opgebouwde pensioenreserves. Van deze totale verworven reserve wordt 80% beheerd door verzekeraars en 20% door pensioenfondsen.

86% van de aangeslotenen bouwde enkel reserves op in het werknemersstelsel.
14% heeft een aanvullend pensioen als zelfstandige, al dan niet gecombineerd met een plan als werknemer.

De gemiddelde opgebouwde reserve bedraagt €29.025 voor werknemers met een ondernemingsplan, tegenover €2.565 in een sectoraal pensioenplan.
Bij zelfstandigen met een VAPZ bedraagt de gemiddelde verworven reserve €20.883, terwijl die voor zelfstandigen met een plan voor bedrijfsleiders oploopt tot €84.260

Ontdek hier hoe het stelsel een invloed heeft op de opbouw van het aanvullend pensioen

Grote verschillen in de hoogte van aanvullende pensioenen

De gemiddelde verworven reserve voor alle aangeslotenen bedraagt €25.017, terwijl de mediaan, het bedrag van de middelste aangeslotene, slechts €3.821 is.

We stellen ook vast dat in alle leeftijdsgroepen mannen gemiddeld en mediaan hogere reserves hebben dan vrouwen.

Bij de 56- tot 65-jarigen hebben de 20% aangeslotenen met de laagste reserves minder dan €1.506 opgebouwd, terwijl de 20% aangeslotenen met de hoogste reserves minimaal €77.410 heeft.

Benieuwd naar meer details over de verdeling van de aanvullende pensioenen?

Bijlage bij het thematisch rapport over de doelstelling van 3% werkgeversbijdrage voor werknemers in België.

Sigedis publiceert een bijlage bij het thematisch rapport over de doelstelling van een 3%-bijdrage voor het aanvullend pensioen van werknemers in België.

De bijlage vult de eerdere analyse aan met cijfers specifiek over de werkgeversbijdragen, in tegenstelling tot het rapport dat de totale bijdragen (werkgever + werknemer) behandelt. Bijgevolg zijn alle hier voorgestelde bijdrage- en deelnamepercentages uitsluitend gebaseerd op het werkgeversaandeel.

Wat blijkt uit de cijfers?

  • 78% van de werknemers (meer dan 3 miljoen) haalt de beoogde bijdrage van 3% niet.
  • 32% heeft helemaal geen tweede pijler, en 46% is onvoldoende gedekt
  • Bij 78% van de werknemers die de doelstelling niet halen zou de jaarlijkse werkgeversbijdrage minstens moeten verdubbelen om 3% te bereiken.
  • Om alle werknemers het gewenste niveau te laten bereiken, is 1,95 miljard euro extra nodig, bovenop de 4,8 miljard euro die jaarlijks al wordt gestort.

 De bijlage en het volledige rapport, met alle cijfers en grafieken, is beschikbaar op PensionStat.be 


We hebben het jaarlijks overzicht gepubliceerd over de pensioenkloof bij nieuwe gepensioneerden in 2023. Het vat op twee pagina’s de belangrijkste cijfers samen van ‘Gender & Pensioen’ in een visueel en beknopt overzicht.

U ontdekt er de pensioenkloof voor het wettelijk, aanvullend en het totaal pensioen. Daarnaast vindt u ook de totale pensioenkloof volgens verschillende factoren: het loopbaanstelsel (werknemer, zelfstandige, ambtenaar), het aantal gewerkte jaren en de burgerlijke staat van de gepensioneerde.

Raadpleeg dit jaarlijks overzicht nu op Publicaties.


De Federale Pensioendienst analyseert jaarlijks de cijfers over de wettelijke pensioenen. Deze analyse gebeurt op basis van de cijfers die beschikbaar zijn in de databanken van de Federale Pensioendienst.  

Overzicht aantal gepensioneerden en pensioenuitgaven

Op 1 januari 2024 telde België 2,6 miljoen gepensioneerden, een stijging van 1,8 % ten opzichte van 2023. 

De pensioenuitgaven bedroegen meer dan 66 miljard euro in 2024. Deze uitgaven stegen met 38 % tijdens de laatste 5 jaar.  

 

Meer dan 145 000 nieuwe gepensioneerden in 2023

In 2023 namen 145 527 mensen voor het eerst een rustpensioen op. Dit is 6 % van het totaal aantal gepensioneerden.

Het mediaanbedrag van hun wettelijk pensioen bedraagt 1 754 euro.

 

Verdeling pensioenrechten verschilt tussen mannen en vrouwen   

Vrouwen maken vaker gebruik van afgeleide rechten (zoals het overlevingspensioen of echtscheidingspensioen), terwijl mannen relatief vaker een gezinspensioen ontvangen.

9 % van de gepensioneerden ontvangt een gezinspensioen van gemiddeld 2 260 euro bruto.

6,5 % van de gepensioneerden ontvangt een echtscheidingspensioen.

Twee op de drie overgangsuitkeringen worden betaald aan personen met kinderen ten laste. 

 

 

3 op de 4 werknemers halen niet het 3%-doel voor aanvullend pensioen, blijkt uit cijfers van Sigedis

Het regeerakkoord streeft naar een verdere veralgemening van de tweede pensioenpijler. Tegen 2025 moet elke werknemer een aanvullend pensioen opbouwen, met een jaarlijkse werkgeversbijdrage van minstens 3% van het brutojaarloon.

Hoe ver zijn we verwijderd van dit streefdoel? Hoeveel werknemers bouwen al ‘voldoende’ aanvullend pensioen op en hoeveel blijven achter? We onderzochten de situatie van 4 miljoen werknemers die in 2023 in België woonden én werkten. Deze publicatie is een update van een eerder rapport over 2019.

Hoe groot is de deelname?

32% van de werknemers (meer dan 1,3 miljoen) had geen tweede-pijlerpensioen.
Terwijl 69% (ruim 2,7 miljoen) wel actief aanvullend pensioen opbouwde, goed voor een totale bijdrage van 4,8 miljard euro.

Hoe hoog is de opbouw?

De gemiddelde bijdrage was 1.770 euro (voor werknemers met aanvullend pensioen), maar de helft van de aangeslotenen moest het stellen met minder dan 617 euro.

De gemiddelde jaarlijkse bijdrage was 3,2% van het loon, maar voor de helft van de werknemers was dat minder dan 2%.

Hoeveel is er nog nodig?

In totaal haalt 76% van de werknemers (meer dan 3 miljoen) het beoogde bijdragepercentage van 3% niet. 32% heeft geen tweede pijler en 44% is niet voldoende gedekt. 79% van de werknemers die het doel niet halen, heeft minstens verdubbeling van jaarlijkse bijdrage nodig om het 3%-doel te bereiken.

Om alle werknemers naar het gewenste niveau te brengen, is er nog 1,89 miljard euro extra nodig bovenop de totale jaarlijkse bijdrage van bijna 4,8 miljard euro.

Verschillen in pensioenopbouw?

Sigedis onderzocht ook de verschillen in aanvullende pensioenopbouw op basis van loon, sector en type plan.

Hoe hoger het loon, hoe groter de deelname en hoe vaker het 3%-doel wordt bereikt. Bij de laagste lonen bouwde 36% van de werknemers aanvullend pensioen op, bij de hoogste 88%. De bijdragepercentages stijgen met het loon: tussen het 10de en 80ste loonpercentiel verdrievoudigt het bijdragepercentage van 1,24% naar 2,95%, daarna stijgt het nog tot 8,95% in het hoogste percentiel.

De sector en het type pensioenplan beïnvloeden de opbouw sterk: in sommige sectoren haalt tot 92% van de werknemers het doel, in andere slechts 3%. Bij sectorplannen was 93% van de werknemers nog niet voldoende gedekt, terwijl bij ondernemingsplannen 58% wel het 3%-doel haalde.

Het uitgebreide rapport met alle cijfers en grafieken is hier beschikbaar.


We nemen nu de situatie onder de loep van recent rustgepensioneerden die in 2023 voor het eerst een rustpensioen ontvingen.

In 2023 ontvingen 116.407 mensen voor het eerst hun rustpensioen zonder dat ze dit combineerden met een overlevingspensioen en/of echtscheidingspensioen. De nieuwe populatie recent rustgepensioneerden bestaat voor 57% uit mannen en voor 43% uit vrouwen.

Ook bij de recent gepensioneerden in 2023 blijven de verschillen tussen vrouwen en mannen opvallend:

  • Het  totale pensioen (wettelijk en aanvullend samen) van vrouwen ligt gemiddeld 21% lager dan dat van mannen.
  • Het wettelijk rustpensioen van vrouwen is gemiddeld 17% lager dan dat van mannen. Het gemiddeld wettelijk rustpensioen van de recent rustgepensioneerde vrouwen bedraagt 1.836  euro en dat van de mannen 2.223 euro. Vrouwen krijgen dus maandelijks gemiddeld 387 euro minder wettelijk pensioen dan mannen. Bijna één op tien (8%) mannen die recent op pensioen zijn gegaan, ontvangt een rustpensioen van minder dan 1.000 euro, terwijl dat bij vrouwen één op vijf is.  
  • De pensioenkloof is nog groter voor het aanvullend pensioen: mannen krijgen bij pensionering gemiddeld een aanvullend kapitaal dat twee keer zo hoog is als dat van vrouwen. Bovendien kunnen vrouwen bij pensionering minder vaak dan mannen een beroep doen op een extra aanvullend pensioen. Slechts 49% van de recent rustgepensioneerde vrouwen ontving een aanvullend pensioen, terwijl de participatiegraad bij mannen oploopt tot 68%.

Om de pensioenkloof beter te begrijpen, kunt u deze bekijken op basis van de kenmerken van de gepensioneerden zoals het pensioenstelsel, de leeftijd, de burgerlijke staat, het aantal gewerkte jaren. Het menu van PensionStat.be is bovendien herzien zodat u een eenvoudigere en intuïtievere toegang krijgt tot de informatie.